Projecten

het project:

zelfst. naamw. Uitspraak:   [proˈjɛkt] Verbuigingen: project|en (meerv.) voorbereiding en uitvoering van een groot plan Voorbeelden: “Inrichtingen van bedrijfswagens en magazijnen”, “Technische installaties”, “Gepersonaliseerde bedrijfskledij”

Het was ne metabo, da's goe gerief!

— CPEX